Bronbemalingen

Je wil een gebouw of woning bouwen met een kelder of een parkeergarage? Misschien met een liftschacht? Of je wil een zwembad, een hemelwaterput of leidingen aanleggen én er is een hoge grondwaterstand?

De kans is dan groot dat je een bronbemaling nodig hebt.

Wat is een bronbemaling? 

Een bronbemaling is "het tijdelijk verlagen van de grondwaterstand om werkzaamheden mogelijk te maken".

Meestal is een bronbemaling gekoppeld aan bouwwerken of de aanleg van (dieper gelegen) nutsleidingen.
Deze grondwaterverlaging gebeurt met diverse peilputten in de grond. Een pomp zorgt voor de wegzuiging. Tot slot wordt het opgepompte bemalingswater ergens geloosd (zie verderop).

Door de droogte van de afgelopen jaren moeten we nog omzichtiger omspringen met bronbemalingen dan voorheen. 

Zowel de uitvoerders van de bemaling als de aannemers moeten zich vooraf in orde stellen. Bemalingen die niet gekend zijn, kunnen onmiddellijk stilgelegd worden met alle vertragingen en schade aan de bouw tot gevolg. Bemalers die toch bemalen zonder voorafgaande melding of vergunning kunnen hun erkenning verliezen.

Het is de bouwheer die verantwoordelijk kan gesteld worden. Aannemers maken gelukkig ook particulieren meer en meer attent op het feit dat ze vooraf een bemaling dienen aan te vragen voor bepaalde grondwerken.

Hoe meld je een bronbemaling?

Alle bronbemalingen zijn, ongeacht hoe lang of hoe groot, minstens meldingsplichtig (klasse 3) en sommige zijn zelfs (omgevings-) vergunningsplichtig (klasse 2). Dit heeft alles te maken met de zogenaamde rubriekenlijst waarin bronbemalingen zijn ingedeeld in rubriek 53.2.

In mensentaal betekent dit dat je nooit mag bemalen zonder vooraf een toelating aan te vragen bij het college van burgemeester en schepen. Dit gaat om een melding wanneer de bemaling onder een klasse 3 activiteit valt, bij klasse 2 moet je zelfs een omgevingsvergunning aanvragen.

Zoals je kan zien, is er geen ondergrens voorzien in de rubriekentabel, waardoor elke bronbemaling minstens meldingsplichtig is. Bemalen mag dus echt niet zomaar zonder de nodige toelatingen.

Welke rubriek is van toepassing?

Alvorens je begint met een melding of een vergunning aan te vragen of op te stellen, moet je je eerst afvragen welke subrubriek van de indelingslijst van toepassing is, zodat je weet of de bemaling nu een klasse 3 (meldingsplichtig) of een klasse 2 (vergunningsplichtig) ingedeelde inrichting of activiteit is.

Er zijn 3 zaken waar je rekening mee moet houden:

  1. Waar zal de bronbemaling uitgevoerd of geïnstalleerd worden?
    Kijk eerst naar de ligging waar de bemaling plaatsvindt. De lijst maakt een opsplitsing tussen bronbemalingen die plaatsvinden in kwetsbare gebieden (rubrieken 53.2.1°) en alle andere bestemmingen (rubrieken 53.2.2°). Om aan te tonen of je binnen een kwetsbaar gebied ligt, of dat er mogelijke verontreinigingen in de bodem rondom jouw perceel zitten, gebruik je best de voortoets.

  2. Wat is het verwachte debiet?
    Als tweede kijk je dan naar het verwachte debiet dat je nodig zal hebben om de werken correct uit te voeren. Dit debiet dient de bemalingsfirma aan de aanvrager te bezorgen of je kan ook gebruik maken van de berekeningstool.

    Hou bij het opgeven van het debiet wel rekening met eventueel weerverlet of andere vertragingen. Minder oppompen dan aangegeven is altijd toegelaten, maar meer dan aangegeven is nooit toegelaten. Bereken het debiet dus niet te krap of je komt mogelijk in de problemen met de werken omdat het ‘gemeld of vergund’ debiet overschreden is. 

  3. Hoe diep wordt het grondwater weggezogen?
    Een laatste element dat van belang kan zijn, is de maximale diepte waar je het grondwater wegzuigt. 
    Het gaat over de diepte onder het oorspronkelijk maaiveld, ongeacht waar het grondwater zit. Dat is ook logisch, want grondwatertafels fluctueren in de tijd.
    Je neemt best de maximale diepte tot waar de fundering in de grond zal zitten en rekent hierbij minstens 0,5 meter extra om de diepte te bekomen tot waar je het grondwater wegpompt.

    Een voorbeeld: je graaft een kelder van 3 meter diepte en je plaatst ook een liftschacht waarbij de fundering tot op 3,80 meter steekt. Dan moet er minstens 0,5 meter dieper weggepompt worden om de fundering te kunnen bouwen. Je komt dus uit op een diepte van minstens 4,30 meter.

    De exacte dieptebepaling wordt belangrijker van zodra de hoeveelheid op te pompen grondwater 30.000 m³/jaar dreigt te benaderen of te overschrijden zoals blijkt uit de rubriekenlijst. Wanneer je boven de 30.000 m3/jaar uitkomt, laat je je altijd best begeleiden door een gespecialiseerd bureau. Hier vind je de richtlijnen van de VMM (Vlaamse Milieu Maatschappij).

    In de meeste gevallen zal rubriek 53.2.2°a) volstaan, zeker voor kleinere werken zoals de bouw van een zwembad of een kleinere kelder waarbij nooit meer dan een debiet van 30.000 m3/jaar wordt opgepompt. 
    Voor kleinere omgevingsmeldingen kan je eventueel trachten dit zelf in te vullen als aanvrager. (Let op, zorg dat alle stukken bij de aanvraag toegevoegd zijn!)
    Een meldingsprocedure is meer dan het alleen maar melden dat je gaat bemalen. Er zijn ook documenten die toegevoegd moeten worden.
    (Zie "Wat staat er in een correcte omgevingsmelding voor een bronbemaling?")

  4. Waar moet het water geloosd worden?
    Bekijk welke mogelijkheden er zijn om het te beperken, retourneren of lozen op een waterloop, alvorens het te lozen op de riool. Kies hier niet voor de dichtstbijzijnde straatkolk, want dat mag eigenlijk pas als er geen andere mogelijkheden zijn. 
    Hierbij bepaalt de wetgeving eigenlijk de prioritering. Eerst moet men onderzoeken of een retourbemaling mogelijk is. Deze ingreep is duur en voor kleinere bemalingen meestal niet toepasbaar. In volgorde van prioriteit zijn er dan nog een infiltratie ter plaatse door het in de buurt van de bouwwerf terug te laten insijpelen, lozen in een oppervlaktewater (gracht, vijver), lozen in een regenwaterriool en als allerlaatste pas lozen in een afvalwaterriool. Wanneer dit alternatieven-onderzoek niet is toegevoegd of onvoldoende is uitgewerkt in het dossier, kan het dossier als onvoldoende gemotiveerd worden beschouwd en dreigt de aktename niet rechtsgeldig verklaard te worden (= weigering). Voor meer informatie naar deze stappen verwijzen we je door naar de website van de VMM.

Mag ik een bronbemaling apart aanvragen of melden?

Wettelijk mag dit. Is er één omgevingsvergunning, dan mogen bemalingen apart aangevraagd worden. Er wordt geadviseerd dat de bemaling best bij de omgevingsvergunning van de stedenbouwkundige handeling ingediend wordt. Zo ben je zeker dat je na het verkrijgen alles direct kan uitvoeren. De redenering erachter dat beiden toch gescheiden mogen ingediend worden, is dat een bemaling maar iets tijdelijks is (bijvoorbeeld tot de kelder is gebouwd) en geen ondeelbaar deel uitmaakt van het op te trekken gebouw zelf. De laatste aanpak zorgt voor mogelijke vertragingen.

Een bemaling aanvragen voordat het stedenbouwkundig luik in orde is, mag dan weer niet, want alle meldingen dienen getoetst te worden op stedenbouwkundige verenigbaarheid en zonder een vergunning kan die toets onmogelijk gunstig zijn.

Wat staat er in een correcte omgevingsmelding voor een bronbemaling?

Het melden van een bronbemaling is meer dan wat het woord doet vermoeden. De bemaling alleen melden is dus ruim onvoldoende, tal van informatie hoort bij de melding.

Hieronder dan ook een overzicht van de minimale dossiersamenstelling:

  • invullen van het meldingsformulier (deel 3),
  • een uitvoeringsplan,
  • rubriekentabel met opgave van het aantal m3/jaar en de rubrieknummer (zie rubriekenlijst VLAREM II),
  • bijlage E,
  • bijlage R53.

Basisinvulformulier klasse 3

Ten eerste dien je de melding te doen door het meldingsformulier voor nieuwe klasse 3 inrichtingen in te vullen. Dat is verplicht voor alle meldingen klasse 3 en dus ook voor bronbemalingen die onder klasse 3 vallen. Dit komt overeen met deel 3 van het algemeen invulformulier meldingen dat je op het omgevingsloket vindt via deze link (scrol naar de formulieren en addenda):

Omgevingsloket 

Uitvoerings-/inplantingsplan toevoegen

Ten tweede dien je voor alle klasse 3 meldingen minstens een situeringsplan en een uitvoeringsplan (kan eventueel als 1 plan gecombineerd worden bij bemalingsaanvragen of meldingen) toe te voegen. Hierop situeer je waar de pomp geplaatst wordt, waar de peilputten komen en waar er geloosd wordt.

Rubriekentabel invullen

Ten derde dien je ook de rubriekentabel in te vullen. Hier dien je de subrubrieknummer en het maximum aantal kubieke meter grondwater per jaar op te geven bij nieuwe en coördineerde toestand.

Verwachte milieu-impact beschrijven en in kaart brengen

Ten vierde is er ook een bijlage die men al weleens vergeet in te vullen en dat is bijlage E. Het is nochtans een belangrijke bijlage die men bij alle meldingen klasse 3 moet invullen, want hierin worden de effecten op de omgeving en het milieu beschreven.

Voor bronbemalingen zijn volgende items van belang:

  1. Water
    Hoeveel meter zakt het grondwater bij de bronbemaling? Herstelt het grondwaterpeil zich terug snel? Wordt het water teruggegeven aan de bodem? Gebruik hiervoor de berekeningstool van de VMM.

  2. Hinder
    Algemene hinder die kan ontstaan bij bemalingen zijn ofwel afkomstig van de bouwwerf zelf, ofwel is er een risico op zetverschijnselen (inklinking van de bodem waardoor verzakkingen dreigen). Dit laatste is vooral van toepassing op grote bemalingen en wordt met een sonderingsonderzoek bekeken, verplicht te onderzoeken bij alle klasse 2 bronbemalingen.

  3. Geluid en trillingen
    De meeste pompen maken 24/7 lawaai. Wanneer dit in een kwetsbaar gebied is of in een woonwijk, dient men de hinder in kaart te brengen. Vaak wordt dit opgelost door met een stille elektropomp te werken, maar zeker dieselpompen maken vaak veel lawaai. Een remedie kan dan zijn van een akoestische bekisting aan te brengen. Vermits de bronbemaling een ingedeelde inrichting is - ook al is ze maar tijdelijk - moet men zich strikt aan de Vlarem II geluidsnormen houden. Zie de foto's onderaan voor deze normen. 

  4. Bodem
    Wanneer er in de buurt een bodemverontreiniging ligt, kunnen zeker grotere en diepere bemalingen hierop een impact hebben. Door de bemaling kan deze verontreiniging plots mobiel worden en zich verplaatsen of verspreiden. In dat geval wordt het monitoren van de vervuiling vaak opgelegd als bijzondere voorwaarde.

  5. Biodiversiteit
    Ook het item biodiversiteit kan belangrijk zijn, zeker wanneer er bijvoorbeeld oudere bomen in de buurt staan of er een kwetsbaar gebied in de buurt ligt. Een plotse wegzuiging van grondwater kan zeer nadelig werken voor bomen of bepaalde vegetaties. De impact hiervan dient dus goed vooraf bekeken te worden en wanneer dit het geval is, kan de aanvrager voorstellen doen om de impact te milderen. Voor bomen kan dit zijn een geperforeerde darm voorzien waardoor een permanente gieting het tekort van het bemalingswater opvangt.
    Voor klasse 2 bronbemalingen wordt er gevraagd om een gedetailleerde studie uit te voeren om een betekenisvolle aantasting uit te sluiten, dit wordt ook wel een passende beoordeling genoemd. Voor klasse 3 bronbemalingen kan er gevraagd worden om een passende beoordeling uit te voeren, meestal volstaat de voortoets hier.
    Dit is vooral noodzakelijk in Speciale Beschermingszones (SBZ) of Natura 2000-gebieden.

Bijlage R53: Informatie specifiek voor bronbemalingen

Een laatste verplichte bijlage is R53. Deze moet voor alle rubrieken 53 verplicht toegevoegd worden, dus ook voor bronbemalingen. Wat we soms zien is dat de bijlage wel aanwezig is in het dossier, maar niet volledig is ingevuld.
In deze bijlage R53 geef je ook de berekening van het debiet op. In de addendabibliotheek onderaan vind je dit terug. 

Andere belangrijke aandachtspunten

Mag eender welke aannemer bemalingen uitvoeren?

Enkel gekeurde instanties mogen een bemaling uitvoeren, een zogenaamde Vlarel-gekeurd organisme. Hier vind je de erkenningslijst.

Verplichte metingen uitvoeren

Debietmeter verplicht en debiet bijhouden in een logboek.

 Voorwaarden

Een debietmeter is verplicht en deze moet voldoen aan de Vlarem II voorwaarden: Vlarem II verplicht de meterstanden van de oppomping minstens bij te houden in een logboek dat op elk ogenblik kan opgevraagd worden door de toezichthouders. Je dient deze dus op de werf beschikbaar te hebben.
Tip: Neem dus voldoende marge in de berekening, zodat je niet plots in de problemen komt met het debiet. In Lint leggen we als bijzondere voorwaarde in de aktename van de melding of in de vergunning bijna altijd op dat het logboek (start- en einddebiet) van het opgepompte debiet moet meegedeeld worden.

Lees zeker de code van goede praktijk voor praktische tips!

Hoe moet ik mijn vergunning of melding indienen?

Dit dient verplicht digitaal te gebeuren via het omgevingsloket.

Hoe snel weet ik of ik kan en mag bemalen?

De klasse 2 inrichtingen (zie klasse 2 inrichtingen - omgevingsvergunning) die onder de omgevingsvergunning vallen, laten we hier gemakkelijkheid halve even buiten beschouwing, daar dit soort complexe dossiers best onder begeleiding gebeuren van een gespecialiseerd studiebureau.

Bij bemalingen die onder de omgevingsmeldingen (klasse 3) vallen, weet je 20 kalenderdagen nadat je het dossier hebt ingediend in het omgevingsloket (alle meldingen dienen verplicht digitaal te gebeuren) of je de bemaling al dan niet mag uitvoeren en onder welke voorwaarden. Wanneer er binnen de 20 kalenderdagen geen uitspraak is, wordt de bemaling geacht geakteerd te zijn en kan je starten met de werken zoals je ze gemeld hebt. Of er nu een aktename is gebeurd of als je de activiteit mag uitvoeren zonder een aktename, je dient ze wel altijd bekend te maken met een gele affiche.

Het college kan in de aktename bijzondere milieuvoorwaarden opleggen. In Lint zijn er bijna altijd bijzondere milieuvoorwaarden die opgelegd worden bij bronbemalingen.
In deze bijzondere voorwaarden staan bijna altijd vermeld:

  • De plaats waar het bemalingswater mag en kan geloosd worden en/of waar zeker niet.
  • Eventueel toelating geven voor gebruik van bemalingswater door derden, meestal wordt dan een opvangcontainer opgevangen. Voor een opvangcontainer met aftappunt kan je met werfwater (werfwater.be) contact opnemen. Deze voorwaarde wordt opgelegd wanneer er technisch geen andere mogelijkheid is dan te lozen op het riolering.
  • In woonwijken worden ook geluidsnormeringen opgelegd voor woongebied, en wanneer die niet gehaald worden, dient men een akoestische omkasting aan de pomp te voorzien.
  • Eventuele maatregelen om het bomenbestand in de buurt van de bemaling te beschermen.
  • Het doorgeven van de meterstanden aan de toezichthouder.
  • De start- en einddatum van de bemaling doorgeven.
  • Eventuele extra voorwaarden.

Lees deze bijzondere milieuvoorwaarden (o.a. code van goede praktijk) steeds goed na, want ze niet naleven is een milieumisdrijf.

Downloads

  • VMM berekeningstool bemaling v1.0.xlsm
    189,3 Kb
  • Richtlijnen_bemalingen_2021_TW (1).pdf
    9,1 Mb
  • 2019_CVGP_installatie_controle_van_meetinrichtingen_voor_opgepompt_grondwater.pdf
    2,5 Mb
  • addendabibliotheek.pdf
    3 Mb
  • GR besluit - reglement bronbemaling.pdf
    456,8 Kb

Contact